Om laadpalen in een appartementsgebouw te installeren, is een collectieve oplossing nodig, zoals de installatie van een gemeenschappelijke meter specifiek voor het elektrisch laden. Maar hoe moeten de verbruikskosten worden verdeeld als alle gebruikers dezelfde meter gebruiken?
Wanneer meerdere bewoners gebruikmaken van een gemeenschappelijke meter om hun elektrische voertuig op te laden, dan beheert een derde partij de laadkosten. Dat kan een laadpuntoperator (Charge Point Operator - CPO) zijn of het mede-eigendom zelf (de syndicus of de vereniging van mede-eigenaars - VME). De gemeenschappelijke meter en de meter van elk laadpunt worden opgenomen en iedereen betaalt het bedrag dat overeenstemt met zijn elektriciteitsverbruik.
De elektrische laadpalen beschikken over hun eigen interne meter. Die laadpalen zijn samen aangesloten op een slimme meter specifiek voor het elektrisch laden in het gebouw. De laadpalen gaan continu communiceren met een beheerplatform om te registreren hoeveel het stroomverbruik van elke gebruiker precies bedraagt.
Om goed te begrijpen wat het beheer van elektrische laadpalen in een gebouw inhoudt, moeten we het onderscheid maken tussen:
Er zijn verschillende scenario’s mogelijk naargelang van het autonomie- en flexibiliteitsniveau dat de bewoners wensen voor het beheren van de kosten verbonden aan het elektrisch laden.
Het mede-eigendom schakelt een laadpuntoperator (CPO) in voor de installatie en het beheer van de volledige laadinfrastructuur. De CPO installeert alle laadpalen, de bekabeling en de meter die nodig is voor de aansluiting ervan. Hij draagt daarvoor zelf de kosten. Hij sluit het energiecontract ook af op zijn naam.
De bewoners krijgen de factuur met het bedrag van hun stroomverbruik rechtstreeks van de CPO en niet via het mede-eigendom. De CPO recupereert zijn investering via de laadkosten.
Het mede-eigendom financiert de elektrische installatie (meter, bekabeling en aansluiting) en sluit het energiecontract af op zijn naam. De bewoners die een laadpaal willen, financieren dus een deel van de laadinfrastructuur. De leverancier van de laadpalen neemt de financiering en het beheer voor zijn rekening.
Elke bewoner krijgt rechtstreeks van de leverancier van de laadpalen een factuur met het bedrag van het verbruik van zijn elektrische laadsessies. De leverancier recupereert zijn investering via de laadkosten en hij betaalt zijn energieverbruik aan het mede-eigendom.
Het mede-eigendom financiert de volledige laadinfrastructuur en sluit ook het energiecontract af op zijn naam. Individuele eigenaars kunnen eventueel verantwoordelijk zijn voor de financiering van de laadpalen. De bewoners zijn eigenaar van de laadpalen, maar het mede-eigendom besteedt het beheer en de herfacturering van het stroomverbruik uit aan de leverancier van de laadpalen.
De leverancier factureert rechtstreeks het bedrag van het verbruik van het elektrisch laden aan elke bewoner. Hij rekent zijn administratieve kosten door via de laadkosten en hij betaalt het energieverbruik aan het mede-eigendom.
In dit scenario heeft het mede-eigendom het meeste werk, maar het biedt de grootste flexibiliteit. Het mede-eigendom financiert de volledige laadinfrastructuur (meter, bekabeling, aansluiting en laadpalen). Individuele eigenaars kunnen eventueel verantwoordelijk zijn voor de financiering van de laadpalen. Het mede-eigendom sluit het energiecontract af op zijn naam en beheert ook de herfacturering van de laadsessies.
Daartoe investeert het in een beheertool die hem ter beschikking wordt gesteld door de leverancier van de laadpalen. Het mede-eigendom neemt de meterstand op van elk laadpunt. Dat doet het via het platform dat de leverancier van de laadpalen ter beschikking heeft gesteld. Het mede-eigendom factureert vervolgens aan de bewoners de kosten van hun laadsessies.
U ziet het: er is geen standaardoplossing. Elk model heeft voor- en nadelen naargelang van de flexibiliteitsgraad en de omvang van de investeringen die u overweegt. Het voordeel van elke oplossing hangt ook af van het type bewoner in het gebouw. De keuze van de uit te voeren investeringen kan variëren afhankelijk van het feit of de meerderheid huurder of eigenaar is. In het algemeen kunnen we stellen dat hoe groter de investeringen, hoe groter de autonomie van het model.
Mede-eigendommen maken dikwijls gebruik van een model waarbij eigen financiering en uitbesteding van het beheer worden gecombineerd. Worden er later nieuwe laadpalen toegevoegd, dan is dat met dat model makkelijker. Het zorgt ook niet voor extra werklast voor het mede-eigendom. De aanvankelijke investeringen zijn hoger, maar ze kunnen worden verdeeld onder meerdere bewoners.
Hoe uw laadpalen goed installeren?
Wist u dat het afgeraden, en in bepaalde gevallen zelfs verboden, is om een laadpaal te installeren achter zijn eigen elektriciteitsmeter in een appartementsgebouw? Om u wegwijs te maken, heeft Sibelga gedetailleerde technische voorschriften uitgewerkt, alsook een filmpje met uitleg voor de installatie van elektrische laadpalen in appartementsgebouwen.
Schrijf je in op onze nieuwsbrief en krijg maandelijks praktische energieweetjes.