Om energiezuinig te verwarmen moet de verwarming in de eerste plaats een goed rendement halen. Bij moderne condensatieketels betekent dat een keertje stevig doorbranden en niet telkens kortstondig aanspringen om een graadje bij te warmen. Daartoe stelt u de kamerthermostaat zo in dat hij bij afwezigheid naar een lagere temperatuur daalt. Hier alvast enkele richtlijnen:
Opgelet, als u vloerverwarming of lagetemperatuurverwarming heeft, gelden er andere regels! |
16°C is een goede nachttemperatuur. In een goed geïsoleerde nieuwbouwwoning zakt die zelden onder dit peil. De ketel zal wellicht dus niet aanslaan. Voorts is de sprong naar 21°C klein genoeg om de woning ’s morgens vrij snel comfortabel warm te krijgen.
Ook wanneer u overdag gaat werken, is 16 °C een goede richttemperatuur. Houd de temperatuur in ieder geval boven 10°C om condensatie te vermijden. Niet alleen de lucht, maar ook voorwerpen in de ruimte koelen af. Zolang die niet mee zijn opgewarmd, stralen ze koude af en dat is nadelig voor het comfortgevoel.
Bent u langer afwezig? Zorg er dan voor dat de temperatuur laag genoeg is om weinig te moeten stoken en hoog genoeg om condensatie te vermijden: 14 of zelfs 12°C. Wanneer de ketel de woning terug naar 21°C moet brengen, kan dit met een hoog rendement gebeuren.
Dergelijke temperatuurregimes zijn alleen mogelijk wanneer u over een kamerthermostaat met een dag- en nachtregeling of een klokthermostaat beschikt.
U kunt deze thermostaten zo programmeren dat ze op bepaalde tijdstippen de nodige actie nemen:
• 30 minuten voor het opstaan: de woning op comforttemperatuur brengen (21°C)
• 15 minuten voor het vertrek: de verwarming op het lage temperatuurregime zetten (16°C)
• 30 minuten voor het thuiskomen opnieuw opwarmen naar de comforttemperatuur (21°C)
• 30 minuten voor het slapengaan de temperatuur opnieuw laten dalen naar het nachtregime (16°C)
Thermostaten beschikken vaak over een zomerstand. Deze voorkomt dat uw ketel in de zomer aanslaat als het 's morgens ietsjes frisser is. Een handige tip om onnodig verbruik te vermijden.
Bij vloerverwarming moet de thermostaat anders ingesteld worden. Vloerverwarming is namelijk trager dan een systeem via stralingswarmte. Het zal bijgevolg langer duren om de ruimte op te warmen. Maar eenmaal op temperatuur kost het nagenoeg geen energie om die constant te houden. Hanteer de volgende vuistregels:
Schrijf je in op onze nieuwsbrief en krijg maandelijks praktische energieweetjes.