Ondanks een laadpaal van 11 kW laadt mijn elektrisch voertuig thuis langzamer op dan verwacht. Hoe is dit mogelijk?
Als we erover nadenken om thuis een laadpaal te installeren, denken we gewoonlijk aan het vermogen van de laadpaal. Maar dat is lang niet de enige factor die het maximale laadvermogen bepaalt dat daadwerkelijk kan worden bereikt.
Er zijn 4 factoren waarmee u rekening moet houden:
Deze factoren zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het maximumvermogen waarmee uw elek-trisch voertuig kan opladen, wordt bepaald door de combinatie van deze 4 elementen. De beperkende factor wordt bepaald door het zwakste van deze 4 elementen.
Het is ook belangrijk om in termen van stroom in plaats van vermogen te denken.
Uw type netaansluiting en de spanning waarop u uw laadpaal aansluit, zijn belangrijk omdat deze netten niet dezelfde laadvermogens aankunnen.
Meer informatie over de installatie van thuislaadpalen.
De andere essentiële vereiste is de boordlader of gelijkrichter van het voertuig. We spreken van een gelijkrichter als de stroomrichting AC naar DC is, en van een omvormer als de stroomrichting DC naar AC is. Maar het gaat om dezelfde apparatuur.
De boordlader van het voertuig is het apparaat waarmee het voertuig oplaadt en waarin u uw laadkabel steekt. Deze lader bepaalt ook met welk vermogen en welke spanning u uw voertuig kunt opladen.
De in het voertuig ingebouwde gelijkrichter heeft een essentiële invloed op de laadmogelijkheden.
Tot nu toe zijn er maar weinig voertuigen die kunnen opladen met 22 kW bij een lage spanning, omdat ze zelden uitgerust zijn met boordladers met dit vermogen. De overgrote meerderheid van de elektrische voertuigen kan maximaal een driefasig vermogen van 11 kW aan.
Anderzijds moeten de thuislaadpalen van 22 kW in Brussel door middel van software worden begrensd tot maximaal 11 kW.
De stroomsterkte geeft de sterkte van de elektrische stroom aan die per seconde door een oppervlak kan vloeien, in dit geval een elektriciteitsdraad. Laten we ons even voorstellen dat uw elektriciteits-draad een tuinslang is. De stroomsterkte komt overeen met het waterdebiet dat door de buis kan stromen.
Op dezelfde manier kan de boordlader van uw elektrisch voertuig een bepaalde stroomsterkte verdragen. Deze stroomsterkte kan 16 of 32 ampère per fase bedragen.
Het is dit begrip dat bepaalt met welk vermogen u uw voertuig kunt opladen.
Als uw voertuig uitgerust is met een boordlader van 11 kW, is het dus onmogelijk om het op te laden met een eenfasig vermogen van 7,4 kW, omdat dit vermogen overeenkomt met een eenfasige stroom van 32 ampère. Laders van 11 kW verdragen echter maar een stroom van 16 ampère per fase. In dit geval bent u beperkt tot 3,7 kW.
Om uw voertuig op te laden met een vermogen van 7,4 kW, moet het uitgerust zijn met een boordlader met een eenfasig vermogen van 7,4 kW of een boordlader met een driefasig vermogen van 22 kW, en aangesloten zijn op een laadpaal van 7,4 kW.
Het is dus essentieel om uw laadpaal te kiezen op basis van het type netaansluiting, maar ook op basis van de boordlader in uw voertuig. Dit is de meest beperkende van deze factoren, die het tota-le vermogen bepaalt waarmee uw voertuig oplaadt.
Samengevat zijn dit de belangrijkste aandachtspunten:
Deze limieten hebben betrekking op thuislaadpalen (modus 3) en dus niet op opladen met snellaad-palen buiten (modus 4). In dit geval hangt het maximale laadvermogen uitsluitend af van het maxi-mumvermogen van de laadpaal en van het type stekker/de boordlader in het voertuig.
Schrijf je in op onze nieuwsbrief en krijg maandelijks praktische energieweetjes.