Huishoudtoestellen, computers, mobiele telefoons, microgolfovens, haardrogers, gsm(-antennes), elektriciteitslijnen: zowat overal om ons heen zijn er apparaten die elektromagnetische velden en straling uitzenden.
Tegenwoordig heeft men de mond vol over de komst van het 5G-netwerk en de slimme meter. Toch waren wij ook voordien al voortdurend blootgesteld aan elektromagnetische velden en straling.
Deze fenomenen deden zich trouwens al voor op onze planeet nog voor er sprake was van menselijke technologie. Het elektromagnetisch veld van de aarde, uv-stralen van de zon, het licht of de bliksem zijn allemaal natuurlijke uitingen van velden en stralingen. |
Om het kort samen te vatten : een elektromagnetisch veld is het resultaat van de combinatie van een elektrisch en een magnetisch veld.
Denk even terug aan de fysicalessen op school: contact tussen elektrische ladingen zorgt voor een onderlinge interactie. Afhankelijk van de aard, stoten ze elkaar af of trekken ze elkaar aan. Dat aantrekkings- of afstotingseffect doet een elektrisch veld ontstaan. Dit wordt uitgedrukt in volt per meter (V/m).
Elektrische velden komen in de natuur voor (bij onweer komt dat zichtbaar tot uiting!), maar worden ook opgewekt door onze elektrische apparaten. Zo genereert elke geleider een elektrisch veld zodra hij onder spanning komt te staan.
Een magnetisch veld (uitgedrukt in Microtesla of µT) ontstaat dan weer wanneer er een stroom circuleert en de elektrische ladingen bewegen.
Elektrisch veld | Magnetisch veld | |
Gegenereerd door: | Een potentiaalverschil tussen elektrische ladingen | Elektrische ladingen in beweging |
Uitgedrukt in: | Volt/meter | Microtesla |
Wordt sterker met: | De spanning | Het aantal ampère |
Het ene elektromagnetische veld is het andere niet. Zo bijvoorbeeld zal het elektromagnetische veld dat door een elektrisch huishoudapparaat wordt opgewekt, andere eigenschappen en zelfs andere effecten hebben dan een elektromagnetisch veld dat opgewerkt wordt door een radiografietoestel dat met x-stralen werkt.
De klassering van elektromagnetische velden gebeurt algemeen gesproken volgens twee onderling afhankelijke criteria:
Hoe hoger de frequentie, hoe korter de golflengte. En omgekeerd.
© Elia
Het elektromagnetisch spectrum toont de verschillende types elektromagnetische velden gaande van de laagste frequentie en hoogste golflengtes, tot de hoogste frequenties en kortste golflengtes.
Helemaal links in het spectrum, bevinden zich de hoogspanningslijnen,elektrische apparaten, televisie, radio, microgolfoven, radar en gsm en de infraroodstralen die zgn. ‘niet-ioniserende’ elektromagnetische velden opwekken.
Met andere woorden, hun frequentie is laag (onder de drempel van 1015 Hz) en de energie die ze transporteren is ontoereikend om de moleculaire verbindingen te doorbreken en ionen te produceren (vandaar hun naam).
Ook het zichtbaar licht valt onder die categorie. UV hoort thuis in de marge tussen elektromagnetische velden en ioniserende straling.
Bij zeer hoge frequentiesdaarentegen, planten de elektromagnetische velden zich voort in de vorm van een golf, tegen lichtsnelheid. We spreken dan van straling. Die stralen transporteren een hoeveelheid energie die zo hoog is dat ze de chemische verbindingen tussen de moleculen kunnen doorbreken en dus schade aan levende cellen kunnen toebrengen.
Enkele voorbeelden: bepaalde ultraviolette stralen, x-stralen, gammastralen ... Die kunnen van natuurlijke (zon, radioactieve substanties ...) of artificiële oorsprong (apparaat met x-stralen, uv-lamp ...) zijn.
Wat de niet-ioniserende elektromagnetische velden betreft, is er nog geen consensus onder wetenschappers over de eventuele effecten ervan op de gezondheid.
Bepaalde studies op basis van statistische rapporten, stippen echter een verhoogd risico op kanker aan bij langdurige blootstelling aan elektromagnetische velden met lage frequentie die worden uitgestuurd door hoogspanningslijnen, in het bijzonder voor kinderen. Tot op vandaag kon er echter nog geen duidelijk verband tussen oorzaak en effect worden aangetoond.
Om aanvaardbare normen en drempels te bepalen, gaan we dus uit van een voorzorgsprincipe.
In Brussel bedraagt de blootstellingsnorm voor de straling van zendantennes op alle openbare plekken en op elk moment 0,096 W/m2 of 6 Volt per meter (6 V/m), bij de referentiefrequentie van 900 MHz. Dat is meer dan in Vlaanderen en Wallonië en maakt de Brusselse norm zelfs tot een van de strengste ter wereld (50 keer strenger dan de aanbeveling van de Wereldgezondheidsorganisatie) . |
Ter vergelijking, wanneer u telefoneert met een gsm bent u blootgesteld aan een elektrisch veld dat 10 maal hoger ligt, ongeveer 50 tot 60 V/m! M.a.w. zelfs indien u vlakbij een antenne woont, bent u met de Brusselse norm minder sterk blootgesteld dan wanneer u telefoneert met uw gsm.
Schrijf je in op onze nieuwsbrief en krijg maandelijks praktische energieweetjes.