Graaddagen zijn een vrij eenvoudig wiskundig begrip waarmee we de klimaatgesteldheid tussen verschillende jaren en verschillende regio's kunnen vergelijken. De graaddagen vertellen ons meer over de gemiddelde verwarmingsbehoefte van een specifieke woning.
In de praktijk zijn de graaddagen vooral nuttig voor professionals, met name beheerders van verwarmingsinstallaties in grote gebouwen.
Iedereen weet dat hoe kouder en langer de winter is, hoe hoger het verwarmingsverbruik is.
Iedereen weet ook dat het verwarmingsverbruik van eenzelfde gebouw in Ukkel (Brussel) en Elsenborn (Hoge Venen) sterk kan verschillen.
In 2014 bedroeg de gemiddelde jaartemperatuur in Ukkel 11,9 °C en 8,3 °C in Elsenborn.
Ondanks die precieze cijfers hebben we echter geen exact en becijferd idee van hoe koud het eigenlijk wel was.
We zouden moeten kunnen evalueren hoe koud het was en hoe lang het koud was. En dat is precies wat de graaddagen doen.
In België heeft de aardgassector de berekeningsbasis vastgelegd op 16,5/16,5.
Die 16,5 °C is ongeveer de buitentemperatuur waaronder de verwarmingsbehoefte voelbaar begint te worden in gebouwen.
De graaddagen die de Belgische aardgassector gebruikt, zijn dus gelijk aan het verschil tussen 16,5 °C en de gemiddelde buitentemperatuur gemeten op één dag en gewogen over de voorbije drie dagen.
Hoe meer die gemiddelde dagelijkse buitentemperatuur daalt, hoe groter het verschil wordt met de referentietemperatuur van 16,5 °C. Het verschil tussen die twee temperaturen bepaalt dan het aantal graaddagen voor die dag. Als de gemiddelde gemeten buitentemperatuur in Ukkel vandaag 10 °C bedraagt, dan hebben we 6,5 graaddagen (16,5 - 10 = 6,5).
Als het echter warmer is – bijvoorbeeld 20 °C – dan is het aantal graaddagen nul (graaddagen zijn nooit negatief). Voor elke gemiddelde temperatuur boven 16,5 °C hebben we dus 0 graaddagen.
De industrie of de beheerders van grote gebouwen werken echter soms met de basis 15/15.
Datum |
Ukkel (gemiddelde temp.) |
Ukkel (graaddagen) |
Elsenborn (gemiddelde temp.) |
Elsenborn (graaddagen) |
---|---|---|---|---|
01/01/2015 | 1 °C | 15,5 GD | -3 °C | 19,5 GD |
02/01/2015 | 4 °C | 12,5 GD | -2 °C | 18,5 GD |
03/01/2015 | 5,5 °C | 11 GD | 1 °C | 15,5 GD |
Totaal GD | 39 GD | 53,5 GD |
Tellen we de graaddagen voor die periode op, dan ziet u dat het veel kouder was in Elsenborn dan in Ukkel.
Doen we hetzelfde voor de hele maand en het hele jaar, dan krijgen we het aantal graaddagen in functie van de verwarmingsbehoefte van een gebouw voor een welbepaalde plaats en periode.
Het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) heeft gemiddelden voor die graaddagen bepaald voor de voorbije 30 jaar. Dat zijn de 'normale graaddagen'. Zij dienen als referentie om de gemiddelde strengheid van de winter te bepalen.
Het koudste jaar sinds 1980 was 1985, met 2 844 graaddagen.
Het warmste jaar was 2014, met 1 828 graaddagen.
Als we naar deze cijfers kijken, zien we dat er meer zachte jaren waren in de voorbije 15 jaar – hoewel 2010 dan toch weer een uitzonderlijk koud jaar was.
De graaddagen vertellen ons niets over het benodigde verwarmingsvermogen. Om te berekenen hoeveel verwarmingsvermogen nodig is om bij strenge koude voldoende warmte te leveren, houden we rekening met het 'koudemaximum' voor de regio, het isolatieniveau en de omvang van het gebouw.
Schrijf je in op onze nieuwsbrief en krijg maandelijks praktische energieweetjes.