Een belangrijk deel van onze elektriciteitsproductie is inmiddels uitgevallen. Wanneer we straks tijdens een strenge winterprik meer elektriciteit nodig zullen hebben, is er misschien niet meer voldoende productiecapaciteit voorhanden om aan de vraag te voldoen.
Bij een stroomtekort kunnen we normaal gezien rekenen op onze buurlanden, die dan een deel van hun overproductie naar ons elektriciteitsnet sturen. Maar bij een strenge winter hebben onze buren hun elektriciteit zelf ook nodig. Zeker Frankrijk, dat nog altijd een traditie van elektrisch verwarmen heeft.
Op zo’n moment kan de elektriciteitsvraag dus groter worden dan het aanbod. zoiets noemt men een stroomonevenwicht.
Zo’n stroomonevenwicht is gevaarlijk, want het zou kunnen leiden tot het instorten van het Belgische – en zelfs het Europese – elektriciteitsnetwerk. We spreken dan van een black-out. Dit is het worst-case scenario.
Twee gevallen zijn mogelijk:
Om een black-out te vermijden, heeft de overheid samen met Elia – de beheerder van het hoogspanningsnet –, de distributienetbeheerders – zoals Sibelga – en het crisiscentrum een maatregelenpakket opgesteld.
Een van deze maatregelen is het afschakelplan. Hierbij wordt als laatste redmiddel om een black-out te voorkomen de elektriciteitsvoorziening in bepaalde gebieden afgeschakeld.
Door deze gedeeltelijke en opzettelijke duikvlucht in het elektriciteitsverbruik krijgen de elektriciteitscentrales de kans om het evenwicht te herstellen.
Zo’n onderbreking geldt voor 3 à 4 uren in de getroffen gebieden.
Schrijf je in op onze nieuwsbrief en krijg maandelijks praktische energieweetjes.